Home
  1. Zoeken
  2. Concerten
  3. Menu
  4. Inloggen

SOUK – Amsterdam Arabic Festival 2025

Wat je gaat horen, is meer dan muziek

Carole Samaha zingt zoals ze leeft: vol vuur, vol gevoel en zonder reserve. Of je haar al jaren volgt of haar muziek vanavond voor het eerst hoort – haar stem grijpt je vast, tilt je op en laat je niet meer los.

In dit programma reis je met haar mee door landschappen van liefde, verlies, verlangen en zelfbehoud. Je hoeft het Arabisch niet te verstaan. Haar muziek spreekt een universele taal: die van het hart.

Onze gedachten zijn bij Carole Samaha, die onlangs haar geliefde echtgenoot Walid Mustafa verloor. Haar aanwezigheid vanavond maakt deze muziek des te betekenisvoller. Ze staat hier – ondanks het verlies, misschien juist dankzij de kracht van haar kunst.

En toch staat ze hier. In al haar kracht en kwetsbaarheid. Met haar muziek. Met haar verhaal. We ontvangen haar met liefde, ontzag en open armen.

Welkom, Carole. Welkom in Amsterdam.

Carole Samaha – Zingend tussen liefde en lef

De avond opent met Shokran – 'Dank je'. Maar dit is geen dankbaarheid uit vrede. Ze bedankt de ander voor het verdriet, de leegte, de afwijzing: 'Dank je voor je verwaarlozing en de kilte in jouw armen, het versterkte mijn gebroken hart'. Ze vergelijkt zichzelf met een vlinder die liever sterft door haar liefde voor het licht dan leeft in de duisternis van onderdrukking. Dit is geen zacht afscheid – dit is zelfbevrijding verpakt in fluweel.

Ktir Bkhaf – 'Ik ben zo bang'. Carole zingt over de angst om opnieuw verliefd te worden, bang dat het verhaal zich herhaalt. 'Ik ben bang dat ik weer iemand liefheb die net als jij zal zijn'. Ze spreekt haar voormalige liefde aan, niet met bitterheid, maar met angst voor herhaling. De muziek is gevoelig en gedragen – alsof elke noot haar behoedzaam dichterbij brengt en dan weer doet terugdeinzen. Het is een lied over liefde met littekens.

Ettalla Fyi is een wanhopige roep om gezien te worden, om herkend te worden in de pijn. 'Kijk naar mij', zingt Carole, 'zie wat ik was en wat ik ben geworden'. Ze spreekt iemand aan die haar ooit liefhad, maar haar nu negeert. 'Dit zijn niet jouw ogen... dit is niet jouw blik. Dit zijn niet jouw handen... zo voelt jouw aanraking niet. Waar is de liefde die ons verbond? Ik ben hem kwijt, help mij hem weer te vinden'. Ze vraagt zich af hoe de warmte verdween en hoe vertrouwdheid veranderde in afstand. De wanhoop zit in elke zin, maar ook de hoop op één laatste blik. Dit is geen afscheid uit woede, maar een smeekbede uit gemis.

Habbet Delwaat vertelt over een liefde die uit het niets komt, onverwacht en onweerstaanbaar. Ze zingt: 'Jij kwam op me af zoals niemand eerder deed... je verbrak het stilzwijgen van mijn hart'. Carole bezingt het moment waarop haar hart, dat dacht dat het gesloten was, plotseling opengaat. Het lied straalt verwondering uit – verwondering over hoe snel liefde je kan overnemen, en hoe krachtig de eerste aanraking van echte verbinding kan zijn. 'Ik keek je aan en verloor mezelf zonder strijd'. Het is een ode aan overgave – niet blind, maar bewust en vol vuur.

Fawda (Chaos) is geen innerlijke chaos, maar een reactie op een wereld vol negativiteit. Carole zingt: 'Laten we de sfeer veranderen, ik wil nieuwe mensen zien, ik ben de oude onderwerpen beu'. Ze keert zich af van oppervlakkigheid en sociale maskers en zoekt rust en eenvoud. De muziek is ritmisch en energiek, maar haar woorden zijn duidelijk: zij wil loskomen van de ruis en ruimte maken voor echtheid.

Nafas (Adem) is intens en zinnelijk. Carole zingt over een liefde die haar adem beneemt: 'Adem, adem, adem. Mijn hart stopte om adem te halen... sinds die dag is jouw liefde gevangen in mijn hart'. Het is een liefdesverklaring vol overgave, waarin ze verlangt naar samenzijn dat alle zintuigen vult. 'Jouw adem is verweven met de mijne'. Dit lied is een verstrengeling van verlangen en hartstocht.

Khallik Béhalak betekent letterlijk: 'Bemoei je met je eigen zaken'. Carole zingt: 'Ik heb je uit mijn hart, mijn geest en mijn gedachten verwijderd'. Het is een lied van bevrijding: van afstand nemen, van afscheid zonder haat. Ze kiest voor zichzelf, voor haar rust. De melodie klinkt luchtig, maar haar woorden zijn resoluut – zij bepaalt wie haar nog raakt.

In Habib Albi zingt Carole over een allesomvattende liefde. Ze zegt: 'Geliefde van mijn hart, mijn leven, ik wou dat het universum onder mijn bevel stond'. Ze beschrijft een toewijding die grenzeloos is – een liefde die haar bestaan vult. 'Ik zie jou overal', zingt ze. Het lied is een ode aan iemand die haar ademhaling begeleidt, ongeacht afstand of tijd.

In Ya Rab (Oh God) bezingt Carole Samaha de hernieuwde ontmoeting met een oude liefde. Ze herkent in hem nog steeds de man die haar hart ooit veroverde: 'Je bent nog steeds jij, en je verandert nooit'. Samen halen ze herinneringen op aan gedeelde dromen en vragen zich af hoe ze die ooit konden vergeten. Hun verlangen is duidelijk: 'O God, laat onze dagen samen blijven... breng de liefde terug zoals ze was – zelfs mooier dan voorheen'. Het lied is een tedere smeekbede om een tweede kans op liefde, geworteld in het verleden maar hoopvol gericht op een gezamenlijke toekomst.

En dan sluit ze af met Wahshani Bladi (Ik mis mijn land) is een lied vol heimwee. 'Ik wil teruggaan naar mijn vaderland en denken aan het verleden', zingt Carole. Ze mist de verhalen, herinneringen, de lieve mensen en de nachten gevuld met muziek. Dit is geen romantisering, maar een rauw verlangen naar alles wat vertrouwd en veilig was. Haar stem draagt het verlangen van velen die moesten vertrekken.