Ontbijten met: Simon Reinink
do 13 feb 2020 - 5 minuten leestijd - Tekst: Joost Galema
Het derde Mahler Festival in mei 2020 is in zicht. Aan de ontbijttafel vertelt Concertgebouwdirecteur Simon Reinink over deze jarenlange logistieke krachttoer. ‘Ik hoop dat bezoekers straks naar huis gaan met de euforische gedachte: dit was een once in a lifetime-ervaring.’
Noot van de redactie: Het Mahler Festival is vanwege de COVID-19-pandemie geannuleerd. Meer informatie
Onderdeel van
Simon Reinink tikt met zijn schoenen op de vloer van café Viotta. ‘Vroeger lagen ze hier in de kelder’, zegt hij, ‘de partituren van dirigent Willem Mengelberg uit het begin van de twintigste eeuw. Ze getuigen van de vroege liefde die Amsterdam de symfonieën van Gustav Mahler toedroeg. De componist geloofde hier “een tweede muzikaal thuis” te hebben gevonden.’ Negen jaar na zijn dood bracht Het Concertgebouw – destijds nog één met het orkest – de Oostenrijkse componist een eerbetoon met een festival. En precies een eeuw later vormt Amsterdam in mei voor de derde keer het hart van de Mahlertraditie. In de Grote Zaal klinken tijdens het tiendaagse festival de symfonieën, en in de Kleine Zaal zingen jonge zangers op vijf middagen de liederen. Op het Museumplein verrijst een groot paviljoen. Daar zijn de concerten in de Grote Zaal via livestreams te volgen en kunnen bezoekers genieten van Gratis Lunchconcerten, inleidingen, lezingen, documentaires en een tweedaags symposium.
Het derde Mahler Festival is ongetwijfeld de meest ingewikkelde en omvangrijke logistieke operatie waaraan Reinink leiding gaf in de bijna veertien jaar dat hij aan het hoofd staat van Het Concertgebouw. ‘We zijn zo’n zes jaar geleden begonnen. Want wie de Wiener Philharmoniker wil boeken, moet rekening houden met de planning van de Staatsoper, die vier jaar vooruit werkt. Met het Concertgebouworkest, de New York Philharmonic en de Berliner en Wiener Philharmoniker staan op het podium vier orkesten die Mahler zelf dirigeerde en die nog nooit samen in één festival te horen waren. Op hoog diplomatiek niveau werd onderhandeld over wie welke symfonie ging vertolken. De Achtste kun je vanwege de enorme kosten zo’n toporkest niet vragen. We hebben om die reden dirigent Daniel Harding en het Mahler Jugend Orchester uitgenodigd. Ik ben een groot bewonderaar van dat orkest, van de bevlogenheid en tegelijkertijd de enorme techniek waarmee die jongeren musiceren. Zij gaven me met dirigent Philippe Jordan een van mijn mooiste Mahlerervaringen ooit: de Negende symfonie met een magisch slotdeel. Ik wilde dit orkest beslist in het festival.’
Vanaf de eerste inzet van de symfonie kwam ik in een andere wereld terecht, als in een roes.
Het bedrijf Medialane van voormalig DWDD-hoofdredacteur Dieuwke Wynia maakt voor het festival een tiendelige documentairereeks: films van een kwartier over de negen voltooide symfonieën en Das Lied von der Erde. ‘Hoe Dieuwke op televisie een wetenschapper als Robbert Dijkgraaf complexe natuurkundige principes inzichtelijk liet maken, inspireerde me. Op die manier, geloof ik, kunnen we ook Mahlers wereld dichterbij brengen, voor zowel leken als kenners.’ Aan het woord in de documentaires komen onder meer kleindochter Marina Mahler, de baritons Thomas Hampson en Roderick Williams, en de dirigenten Jaap van Zweden en Iván Fischer. ’Bovendien’, vertelt Reinink, ’voerden de filmmakers een ontroerend gesprek met sopraan Jessye Norman in een New Yorkse kerk, twee maanden voor haar dood. Ze verhaalt hoe ze “in college” tot in haar diepste wezen wordt geraakt als ze voor het eerst O Röschen rot zingt.’
Als kind en puber keek Reinink met zijn ouders naar de kerstmatinees op televisie, met de nu legendarische Mahlervertolkingen onder Bernard Haitink. ‘Maar ik werd pas echt gegrepen op mijn eenentwintigste, op een herfstige oktoberavond in 1987 in de Grote Zaal. Leonard Bernstein stond voor het Concertgebouworkest in de Eerste symfonie. Zijn elektriserende persoonlijkheid kreeg mij onmiddellijk in de greep. Vanaf de eerste inzet van de symfonie kwam ik in een andere wereld terecht, als in een roes. Het concert werd een onvergetelijke gebeurtenis.’ Met zijn vader bezocht Reinink acht jaar later ook het tweede Mahler Feest. ‘Hij had twee passe-partouts. Ik hoorde vier of vijf symfonieën in de Grote Zaal, de rest beleefde ik in de tent op het Museumplein. De tien symfonieën onderging ik als een reis, een muzikale beklimming van de Mount Everest. De lucht werd ijler en de symfonieën kwamen steeds harder binnen. Zoals de Negende eindigde, in het niets. Het was een once in a lifetime-ervaring. Ik hoop dat de bezoekers dat straks ook zullen zeggen over dit derde Mahler Festival.’