Ontdek
  1. Zoeken
  2. Concerten
  3. Menu
  4. Inloggen
Maanmuziek stang gubbels

Verdieping: Maanmuziek

ma 20 mei 2019 - Tekst: Michiel Cleij

Vijftig jaar geleden vond de eerste maanlanding plaats. Maar geen bodemmonster weegt op tegen de vele gezichten die de maan in de muziek laat zien.

Onderdeel van

Dit artikel wordt ook voor u voorgelezen:

Eigenlijk hebben we de maan helemaal niet meer nodig. Binnenkort is er geen president meer die nog gelooft in haar effect op eb en vloed. En er is genoeg muziek over geschreven.

In juli van dit jaar is het precies een halve eeuw geleden dat de mens de maan betrad. Dat was een technische en politieke doorbraak – een 'giant leap for mankind', zoals pionier Neil Armstrong zei – maar in cultuurhistorisch opzicht was het een logisch, voorspelbaar vervolg van een annexatieproces dat al eeuwen duurde. Kunstenaars waren al zó lang bezig om zich de maan geestelijk toe te eigenen dat een fysieke toenadering bijna een formaliteit werd.

De maan is vermoedelijk het meest bezongen hemellichaam

Statistieken zijn niet voorhanden, maar de maan is vermoedelijk het meest bezongen hemellichaam – zoals dat laatste woord al aangeeft kunnen wetenschappelijke categorieën en poëzie dicht bij elkaar liggen. Het uitspansel is natuurlijk sowieso een dankbare inspiratiebron. Van de componisten die er een gooi naar deden waren Messiaen en Holst het meest ambitieus: de een zette een complete sterrenhemel op muziek, de ander de planeten van ons zonnestelsel. Daarnaast maakten heel wat componisten de zon of de dageraad tot onderwerp. Logischerwijs zijn dat vaak stukken met een energiek klankbeeld: een ontwakende natuur bij Ravel, een bijna intimiderende zonsopskomst in Richard Strauss’ Also sprach Zarathustra, totale verblinding in Prokofjevs Skytische suite en Carl Ruggles’ Sun Treader.

Muziek over de maan heeft een geheel eigen poëzie. De nacht dwingt een subtielere benadering af, met meer gedekte klankkleuren en een beheerstere expressie. 'Maanmuziek' gedijt dan ook prima als solostuk of in een relatief kleine bezetting. Maar het belangrijkste verschil is de manier waarop de componist – vaak in navolging van een dichter – zich tot zijn onderwerp verhoudt. De mens is in de genoemde sterren- en planetenmuziek totaal afwezig en is bij die zonsopkomsten gereduceerd tot iets nietigs, overweldigd door een superieure natuurkracht. De maan echter is immer nabij en heeft een 'gezicht'. Ze laat zich makkelijk personifiëren en fungeert in muziek al gauw als metgezel en gesprekspartner.

Opera’s zijn een ideale vindplaats voor zulke een-op-eensituaties. Norma, de Gallische hogepriesteres uit Bellini’s gelijknamige opera, richt zich in de aria Casta diva tot 'de kuise godin' die vrede moet brengen in haar verscheurde wereld. Haar devotie schept een zekere afstand. In het Lied aan de maan uit Dvořáks Rusalka zijn de verhoudingen intiemer: voor de zingende waternimf is de maan een vriend.

Van een dialoog komt het zelden en dat is ook niet noodzakelijk. De maan volstaat als luisterend oor. Vaak ook heeft ze het effect van een spiegel die menselijke emoties en gedachten reflecteert of uitvergroot. Schumanns lied Mondnacht, op een gedicht van Joseph Eichendorff, is een typisch voorbeeld. Het gedicht – later nog door vele andere componisten getoonzet – geeft een statische droomwereld weer waar Schumanns muziek naadloos bij aansluit en waarin 'innerlijke en uiterlijke landschappen versmelten', zoals de schrijfster Ulla Hahn het verwoordde. Iets dergelijks moet de criticus Ludwig Rellstab bedoeld hebben toen hij het begindeel van Beethovens Veertiende pianosonate vergeleek met maneschijn over een bergmeer: de bijnaam Mondscheinsonate was geboren.

Muziek over de maan heeft een geheel eigen poëzie

Het is duidelijk dat de magie die tussen maan en muziek kan ontstaan zwaar op suggestie leunt. Nachtelijke taferelen spreken tot de verbeelding door hun oningevuldheid: hoe minder je ziet of hoort, hoe meer je erbij kunt fantaseren. Debussy, dankzij het onsterfelijke pianostuk Clair de lune een prominente maankolonist, schept met dromerige, weidse akkoorden en gedragen stiltes een soort gewichtloze toestand. De stemming is ambivalent, schipperend tussen zwoelheid en treurnis – in lijn met de dichtregels van Paul Verlaine waarop Debussy zich baseerde: '... het kalme maanlicht, triest en mooi'.

De gemengde gevoelens die Debussy zo pakkend vertolkte kenmerken eigenlijk de hele muzikale carrière van de maan. Haydn, nauwelijks gehinderd door wetenschappelijke inzichten, kon er nog lacherig over doen. In zijn komische operaatje Il mondo della luna uit 1777 onthult een zogenaamde sterrenkundige de fratsen van 'het maanvolk' aan een goedgelovig publiek. Zo'n honderddertig jaar later had de pret plaatsgemaakt voor cultuurpessimisme. De gevreesde modernist Schönberg toonde de spreekwoordelijke dark side of the moon: bij hem heeft maneschijn niets lieflijks meer. Zijn strijksextet Verklärte Nacht klonk al duister en oncomfortabel, maar ronduit onthutsend was Pierrot lunaire, het bezeten 'spreekgezang' van een letterlijk maanzieke harlekijn. Heel wat romantische dromen werden door dat werk versplinterd. En wie geschokt was over wat één maan bij Schönberg kon losmaken mocht nog blij zijn dat hij het stuk niet op Saturnus had gecomponeerd; die heeft er tweeënzestig.

In Schönbergs tijd werd de maan tevens een geliefd decorstuk in horrorverhalen en -films, maar tot gezichtsverlies heeft dat opmerkelijk genoeg nooit geleid – mede dankzij een tegenoffensief van de amusementsindustrie, die het mensvriendelijke imago van de maan krachtig benadrukte. De maan bleef serenades begeleiden (bij Glenn Miller), werd een huwelijksreisbestemming (bij Sinatra), is een kersje (bij Prince) en schijnt nog altijd op sinterklaasavond door de bomen. En voor wie vindt dat de nieuwe maan de oude niet meer is: The B-52s schreef een liedje met de geruststellende titel There's a Moon in the Sky (Called the Moon).

Mondscheinsonate

De bekendste maangerelateerde (klassieke) compositie ooit is waarschijnlijk Beethovens Mondscheinsonate. Die bijnaam kreeg het stuk pas vijf jaar na Beethovens dood: de criticus Ludwig Rellstab vergeleek het begindeel met 'het schijnsel van de maan over het Vierwoudstrekenmeer' (in Zwitserland). Dat Beethoven met deze sonate vooruitliep op de programmamuziek van de Romantiek is dus een misverstand; de enige specificatie die hij zelf gaf was 'Sonata quasi una fantasia': een 'fantasieachtige sonate'.

Al sinds de Oudheid wordt gespeculeerd over het effect van de maan op de menselijke geest. Maanziekte (lunatisme) werd een synoniem voor krankzinnigheid. Dit psychisch ontregelende maaneffect is nooit wetenschappelijk aangetoond, maar is overtuigend verklankt door Schönberg in Pierrot lunaire. En het werd een dankbaar onderwerp voor de filmindustrie, die tevens de relatie tussen de maan en weerwolven cultiveerde – waaraan we weer Michael Jacksons megahit Thriller te danken hebben.

Verdieping bemanning apollo 11 nasa extra

De eerste maanlanding vond plaats op 20 juli 1969. Van de drie astronauten betraden Neil Armstrong en Buzz Aldrin op 21 juli het maanoppervlak; Michael Collins bleef aan boord van de commandomodule. Tijdens hun ruimtereis hadden ze geen muziek aan boord. De Nederlandse astronaut André Kuipers, die de maan tijdens twee missies vanuit de ruimte observeerde, had daarentegen een uitgebreide playlist samengesteld. Onderdeel daarvan was, curieus genoeg, de muziek die James Horner schreef bij de film over de bijna-rampvlucht van Apollo 13.