


Op Ontdekking: Wat is een strijkkwartet?
do 26 jun 2025 - 3 minuten leestijd - Tekst: Bart de Graaf
Het strijkkwartet wordt weleens omschreven als ‘een huwelijk van vier personen’ of ‘de meest intieme vorm van kamermuziek’. Het woord verwijst zowel naar een ensemble van vier strijkers (twee violen, altviool en cello) als naar de muziek die voor die bezetting is geschreven. Maar waar komt het strijkkwartet eigenlijk vandaan?
Hoewel vaak wordt gezegd dat Joseph Haydn het strijkkwartet heeft uitgevonden, waren er al eerder werken voor deze bezetting. Het genre ontstond geleidelijk in de achttiende eeuw, toen de groeiende middenklasse behoefte kreeg aan huiselijk vermaak. Muziek maken met vrienden werd populair – tussendoor werd er gekletst over politiek, literatuur, het leven en nog veel meer.
Het strijkkwartet ontstond in de achttiende eeuw als huiselijk vermaak
Vierstemmigheid
De vierstemmigheid is deels overgenomen uit de vocale muziek. Vierstemmigheid was daarin sinds de late middeleeuwen de norm: de sopraan, de hoogste stem, zong vaak de melodie, terwijl alt, tenor en bas voor de begeleiding zorgden. Daarom heeft in vroege strijkkwartetten de eerste viool de belangrijkste partij.
En waarom strijkers? Vroeger waren de strijkinstrumenten in orkesten belangrijker dan de blaasinstrumenten en daarom ontbraken de blazers soms. Als er dan ook nog eens weinig strijkers beschikbaar waren, kwam het orkest al in de buurt van een strijkkwartet.
Voorloper: de triosonate
Een voorloper van het strijkkwartet is de triosonate: een stuk voor twee instrumenten en een begeleidingspartij. Als die twee instrumenten toevallig twee violen zijn, ben je al halverwege het strijkkwartet. De begeleiding werd meestal gespeeld door een instrument waarop je akkoorden kon spelen, zoals het klavecimbel of het orgel. Dat waren echter instrumenten die een straatmuzikant, zoals de jonge Haydn, niet zomaar kon meenemen. Met een cello kon je in ieder geval de belangrijke basnoten van de akkoorden spelen. Soms werd de cello ondersteund door een altviool: strijkkwartet compleet!
Klassieke meesters: Haydn, Mozart en Beethoven
Alessandro Scarlatti en Luigi Boccherini componeerden al voor twee violen, altviool en cello, maar noemden hun stukken geen strijkkwartet. Haydn, die zijn leven lang strijkkwartetten zou componeren, deed dat wél. In zijn vroege kwartetten stond de gezelligheid voorop: lichtvoetige muziek, uitgevoerd rondom één grote lessenaar.
Haydn maakte kennis met de jonge Wolfgang Amadeus Mozart. Ze werden niet alleen goede vrienden, maar ook kwartetgenoten: Haydn op eerste viool en Mozart op altviool.
Mozart droeg zes strijkkwartetten op aan Haydn
Mozart kreeg de smaak te pakken en componeerde 23 kwartetten, waarvan hij een set van zes opdroeg aan Haydn. Daaronder is het Negentiende strijkkwartet, het ‘Dissonantenkwartet’ – een van de beroemdste kwartetten uit de geschiedenis. De bijnaam dankt het aan de schurende samenklanken aan het begin.
Haydn componeerde steeds expressievere en complexere strijkkwartetten, met mooie melodieën voor alle instrumenten. Ludwig van Beethoven bouwde daarop voort: zijn kwartetten waren te complex voor amateurmusici. Het Schuppanzigh Kwartet, een van de eerste professionele ensembles, durfde het wel aan de werken te spelen. Het Vijftiende strijkkwartet is erg beroemd: een groots, vijfdelig werk van drie kwartier. In het uitgebreide derde deel, Heiliger Dankgesang eines Genesenen, verklankt Beethoven zijn dank aan God nadat hij van een ziekte was hersteld.
Beethovens kwartetten waren te complex voor amateurmusici
Het geliefdste strijkkwartet?
In Beethovens schaduw werkte Franz Schubert aan een serie strijkkwartetten. Zijn Veertiende strijkkwartet, bijgenaamd ‘Der Tod und das Mädchen’, is misschien wel het geliefdste kwartet aller tijden. De naam komt van Schuberts gelijknamige lied, dat weer was geïnspireerd op een middeleeuws schilderij waarop een meisje door de dood wordt verleid. De dood, het ongrijpbare, het mysterie en intense emoties: het romantische strijkkwartet was een feit. Daar gingen Felix Mendelssohn, Robert Schumann en Johannes Brahms mee verder.
Twintigste eeuw
Met Claude Debussy en Maurice Ravel, die beiden één strijkkwartet hebben gecomponeerd, belanden we in de twintigste eeuw. Vooral Béla Bartók en Dmitri Sjostakovitsj maakten naam als kwartetcomponisten. Van Sjostakovitsj is met name het schrijnende Achtste strijkkwartet beroemd, gecomponeerd na een bezoek aan het gebombardeerde Dresden.
Het genre kreeg ook nieuwe vormen. Robert Schumann en Johannes Brahms voegden al een pianopartij toe – met het pianokwintet als resultaat – Schönberg componeerde voor zijn Tweede strijkkwartet een extra zangpartij en Stockhausen maakt het helemaal bont: elk kwartetlid zat in een vliegende helikopter. Eigenlijk zag Stockhausen zijn Helikopter-Streichquartett als een octet, want ook de piloten waren uitvoerenden. Het Tweede strijkkwartet van Morton Feldman is eveneens extreem: het duurt maar liefst vijf uur.
Het strijkkwartet nu
Het strijkkwartet groeide uit tot een geliefd en gerespecteerd genre, met talloze professionele ensembles wereldwijd. Het Alban Berg Quartett werd wereldberoemd en speelde bijna veertig jaar samen. Het Kronos Quartet zoekt juist vernieuwing: ze werkten samen met onder anderen Jimi Hendrix en lieten honderden nieuwe werken componeren.
Ook in Nederland leeft het genre volop. Denk aan het Dudok Quartet Amsterdam, het Matangi Quartet en het Ragazze Quartet. De Nederlandse Strijkkwartet Academie leidt jonge ensembles op, en in Amsterdam vindt elke twee jaar de grootste Strijkkwartet Biënnale ter wereld plaats.
Springlevend
Wat ooit begon als huiskamermuziek is uitgegroeid tot een rijk genre vol diepgang, expressie en vernieuwing. Componisten en uitvoerders blijven elkaar uitdagen, en het publiek blijft luisteren. Zo is het strijkkwartet, 250 jaar na Haydn, nog altijd springlevend.