

Alexandre Kantorow in Liszt, Hugh Wolff leidt Mendelssohn en Tsjaikovski
- Grote Zaal
- Vanaf € 28,00
ma 5 nov. 2018 - 2 minuten leestijd
‘Hij is de Mozart van de negentiende eeuw. De meest stralende ster onder de musici, die de tegenstellingen van onze tijd beter doorziet dan anderen, en als eerste weet die te verzoenen.’ Robert Schumann schreef dit over zijn collega Felix Mendelssohn naar aanleiding van een van diens pianotrio’s. Ook de grote dichter Goethe had de jonge Duitser al eens vergeleken met Mozart – waarbij die laatste het aflegde!
Er zijn meer overeenkomsten tussen Mendelssohn en Mozart dan hun muzikaal talent. Hun enorme werkdrift bijvoorbeeld, en de voor hun tijd onvoorstelbare hoeveelheid kilometers die ze aflegden. Maar ook hun vroege dood – allebei haalden ze de veertig niet.
Afkomstig uit een gefortuneerd gezin werd Felix Mendelssohn op zijn twintigste op reis door Europa gestuurd. Zijn al sinds zijn tiende opgebouwd oeuvre kreeg een flinke impuls van de gevarieerde landschappen en nieuwe culturen die hij leerde kennen. Dat is terug te horen in de Derde Symfonie, de ‘Schotse’, en in de Vierde, de ‘Italiaanse’, maar ook in werken als de Ouverture Hebriden.
Mendelssohn was minder een vernieuwer dan een verfijner. Een meester van orkestratie, bij wie zelfs de kleinste details kloppen – en als ze dat niet deden, dan bleef hij er jarenlang aan schaven. Zijn werk zingt; ook als er niet letterlijk in gezongen wordt, zoals in de geliefde Lieder ohne Worte, voor solo piano.
Er is nog een overeenkomst tussen Mendelssohn en Mozart. Allebei hadden ze een muzikaal begaafde zus, die in hun schaduw stond. Fanny Mendelssohn, die door sommigen nóg talentvoller werd genoemd dan haar broer, mocht als vrouw geen carrière maken, en alleen componeren onder de naam van Felix. Hun leven lang zouden ze elkaars belangrijkste muzikale 'sparring partners' blijven. Na haar vroege overlijden schreef Mendelssohn het Zesde strijkkwartet, met als ondertitel 'Requiem voor Fanny'. Twee maanden later was ook hij dood.