Ontdek
  1. Zoeken
  2. Concerten
  3. Menu
  4. Inloggen
Restauratie concertgebouwsextet

Renovatie van een klapperend Blaassextet

wo 17 mei 2017

Over hoe Het Concertgebouw zijn bijzondere collectie portretten en schilderijen onderhoudt

Onderdeel van

Musea lopen goed. Vrije tijd moet immers besteed worden. Maar zelfs tijdens de grootste blockbusters (Jeroen Bosch! David Bowie!) is het in museumzalen niet zo druk als in de galerijen van Het Concertgebouw wanneer een volle Grote Zaal leegstroomt voor de gebruikelijke pauze ‘inclusief drankje’.

In dit onmuseale gedrang heeft niet iedereen, met de oren nog vol muziek, oog voor de portretkunst aan de wanden. De oudste portretten zijn ouder dan het gebouw zelf – Petrus Greive schilderde het portret van Frans Georg Friedrich Hansen in 1847 – ­terwijl van Sam Dillemans’ grote schilderij van Mariss Jansons de verf nog maar net droog is.

Behalve een mooi beeld van meerdere generaties meestermusici biedt de collectie van Het Concertgebouw ook een staalkaart van twee eeuwen Nederlandse portretschilderkunst, inclusief werken van begaafde en vermaarde portrettisten als Jan Sluijters en Johan van Hell.

Opknapbeurt

Om ervoor te zorgen dat er nog lang van deze werken kan worden genoten, investeert Het Concertgebouw in restauratiewerkzaamheden. Het afgelopen jaar hebben restauratoren Vera Blok en Johanneke Verhave een conditie­rapport opgesteld van elk schilderij in de collectie.

Blaassextet 1922 collectie concertgebouw amsterdam foto wilma lankhorst 1024x674

Daarbij bleek op een vijftal schilderijen de verflaag plaatselijk erg los te zitten, met het acute gevaar dat de verf van het doek zou vallen. Deze werken zijn dan ook meteen behandeld; onder de loszittende verfdeeltjes is een stabiele lijm aangebracht en met warmte zijn de deeltjes weer goed bevestigd.

Zo’n proces, ‘consolideren’ genaamd, bleek met name erg noodzakelijk voor Concertgebouw Sextet, dat bij de Kleine Zaal hangt. De twee restauratoren hadden hun handen vol aan de opknapbeurt van dit grote schilderij dat de leden van het internationaal vermaarde blaassextet (1909-1937) met hun instrumenten portretteert.

Dubbeltalent

Johan van Hell (1889-1952), de maker van Concertgebouw Sextet, was een onvervalst dubbeltalent. Hij maakte zowel ­beeldende kunst als muziek – en dat beide op hoog niveau. Als invallend klarinettist bij het Concertgebouworkest kreeg hij op zeker moment een vaste plek aangeboden, maar die kans liet hij lopen om te kunnen blijven tekenen en schilderen.

Ook op dat gebied was hij succesvol, al had zijn figuratieve stijl de tijdgeest niet mee – in het interbellum was ‘abstract’ het voorschrift in de kunstmode. Uit veel van Van Hells schilderijen spreekt overduidelijk zijn sociale bewogenheid. Hij was een overtuigd sociaal-democraat – aan dat ­overtuigen werd vooral door zijn huwelijkspartner gewerkt, naar het schijnt.

Vanuit hedendaags oogpunt doet de combinatie van Van Hells ‘elitaire’ muziekvoorkeur en de ‘proletarische’ onderwerpen van zijn schilderwerk vreemd aan, maar in die tijd was de sociaal-­democratie nog erg druk met het opvoeden van arbeiders.

In zekere zin was Johan van Hell de belichaming van het verheffings­ideaal. Zijn Sextet toont overigens (nog) niet de ‘markante koppen’, de hoekigheid en het isometrische, ‘platte’ perspectief waar zijn sociaal-realistische werk om bekend staat.

Mankementen

Anno 2016 blijkt er in materiaaltechnisch opzicht het nodige aan Concertgebouw Sextet te mankeren. Vooral langs de onderrand van het doek is de hechting tussen verflaag en doek slecht. Ook door eerdere restauratoren was hier al geconsolideerd en waren lacunes in de verflaag geretoucheerd.

Helaas waren deze retouches erg donker en dus storend. Blok en Verhave hebben de verflaag nu zo goed mogelijk vastgezet en de oude retouches verwijderd. Vervolgens is er opnieuw en zorgvuldig geretoucheerd.

Een belangrijke oorzaak van het hechtingsprobleem is het klapperen van het grote doek. Schildersdoek zit op een raam gespannen en een groter doek zal meer klapperen bij luchtverplaatsing.

Daarom is Concert­gebouw Sextet, net als alle andere schilderijen op doek die worden behandeld, voorzien van een zuurvrij foamboard aan de achterkant van het spieraam (zie de foto onderaan deze tekst). Deze bescherming vermindert het klapperen en beschermt de achterzijde van het schilderij tegelijkertijd tegen stoten en vuil.

Dust never sleeps

Met de restauratiewerkzaamheden van dit seizoen zijn de meest urgente behandelingen uitgevoerd. Alle te behandelen schilderijen werden voor een of twee dagen van hun plek gehaald en naar een tijdelijk restauratie­atelier op de zolder van Het Concertgebouw gebracht. Daar viel bij inspectie op hoeveel vuil en stof zich in de loop van jaren ­achter- en voorop de schilderijen had verzameld. Dust never sleeps!

Na de afronding van de fase van ­preventieve restauratiewerkzaamheden komt nog een aantal schilderijen in aanmerking voor een grotere behandeling: een opfrisbeurt waarbij vergeelde vernislagen worden verwijderd.

Wellicht kunnen de twee restauratoren dan in 2017 beginnen aan enkele volledige restauraties. Daarvoor moeten de betreffende portretten vanuit Het Concertgebouw worden overgebracht naar een echt restauratieatelier. De pauzerende muziek- en beeldende kunstliefhebber zal ze dan helaas iets langer moeten missen.

Tekst: Rolf Hermsen
Dit artikel verscheen eerder in Preludium (editie juni 2016), het programmablad van Het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouworkest

2concertgebouwsextet