Ontdek
  1. Zoeken
  2. Concerten
  3. Menu
  4. Inloggen
Ellafitzgerald jgkoekoek

Verdieping: Jazz toen en nu

ma 10 jul 2017 - 2 minuten leestijd - Tekst: Paul Janssen

Nachtconcerten, jazzsterren en dj's: over de geschiedenis én toekomst van jazz en pop in Het Concertgebouw

Onderdeel van

Het Concertgebouw en de jazz. Eigenlijk was het maar een korte periode dat de jazzprogrammering in Het Concertgebouw echt meetelde. Dat had meteen zo’n enorme impact dat men het er tegenwoordig nog over heeft. Hoewel er in de decennia daarvoor wel incidenteel jazzmusici optraden, zoals Paul Whiteman in 1926 en Cab Calloway in 1934, begon de jazzgeschiedenis van Het Concertgebouw pas echt op 22 maart 1952.

Toen gaf de legendarische Amerikaanse trompettist Dizzy Gillespie het eerste nachtconcert. De impresario’s Lou van Rees en Paul Acket troefden elkaar sindsdien af in het binnenhalen van grote namen van de exploderende Amerikaanse jazzscene. Billie Holiday, Nat King Cole, Woody Herman, Gerry Mulligan, Chet Baker, Count Basie – ze kwamen allemaal.

Het mythische aura dat aan de nachtconcerten kleeft is echter vooral te danken aan één man: vibrafonist Lionel Hampton. Hij bracht niet alleen de rock-’n-rollachtige swing van zijn bigband naar Het Concertgebouw, maar wist ook van geen ophouden. Door zijn enorme speelplezier bracht hij het Amsterdamse publiek tot het kookpunt. Een enkeling uit het publiek werd zo bevangen door Hamptons muziek dat hij uitbrak in een ‘wilde’ dans op het podium. De kranten stonden er vol van.

De dag na Hamptons eerste concert op 19 september 1953 kreeg Concertgebouwdirecteur Rudolf Mengelberg de vraag voorgelegd: ‘Kan iedereen zomaar de zaal huren?’ De belangrijkste strekking van Mengelbergs antwoord luidde dat de zaalverhuur noodzakelijk was voor het zakelijk welzijn van een gebouw dat geen subsidie ontvangt. Bovendien had Amsterdam geen andere goede concertzalen voor de jazz.


Die jazztop verdween al in de jaren zestig weer uit het gebouw, om twee redenen: de Amerikaanse jazzmusici werden steeds onbetaalbaarder en er kwamen in de stad podia op als Paradiso en het Bimhuis waar de versterkte muziek beter op zijn plek was. En vanaf 1976 maakte het North Sea Jazz Festival Het Concertgebouw als jazztempel geheel overbodig, zo leek het.

Het duurde tot de jaren negentig voordat de jazz weer structureel terugkeerde in Het Concertgebouw. Verantwoordelijk was jazzliefhebber en Concertgebouwdirecteur Martijn Sanders. Hij begon met een eigen jazzprogrammering en bond ook de door pianist en arrangeur Henk Meutgeert opgerichte New Concert Big Band aan zich. Het orkest ging in 1999 verder onder de naam Jazz Orchestra of the Concertgebouw, wat mede aanleiding was voor het introduceren van de Concertgebouw Jazz Award. Grote namen als Chick Corea, Wayne Shorter, Herbie Hancock, Toots Thielemans, Sonny Rollins en Dianne Reeves vonden de prijs belangrijk genoeg om deze tijdens een bijbehorend concert op te komen halen.

Een langere versie van dit artikel verscheen eerder in Het Concertgebouw Magazine, editie juni/juli/augustus 2017

Milesdavis eposthumadeboer

Bekijk ook eens