Lugansky, Rysanov, Boriso-Glebsky & Hakhnazaryan

Nikolai Lugansky is ‘een van de meest exceptionele artiesten van dit tijdsgewricht’, schreef Le Monde. De Russische pianist zoekt steeds vaker kleinschaliger samenwerkingen op naast zijn loopbaan als solist bij orkesten. Dat verlangen heeft hij gemeen met de drie topsolisten die hij meebrengt naar de Kleine Zaal. Maxim Rysanov wordt de Prins onder de altviolisten genoemd, en wisselt zijn solocarrière af met dirigeren, waar hij steeds meer succes mee heeft. Violist Nikita Boriso-Glebsky won onder meer het Tsjaikovski Concours en de Koningin Elisabethwedstrijd. Ook cellist Narek Hakhnazaryan combineert de grote orkestpodia met intieme kamermuziek. Samen spelen ze vanavond kwartetten van drie heel verschillende componisten.

Brahms, Fauré en Mozart

Brahms’ Derde pianokwartet ontstond in wat hij wel zijn ‘Werthertijd’ noemde. Net als de held uit Goethes werk was hij hopeloos verliefd op een getrouwde vrouw. En ook nog een die kritisch meelas met al zijn composities. In het kwartet is al Brahms’ liefde voor Clara Schumann te horen, inclusief de uitslaande emotionele brandjes. Fauré’s Eerste pianokwartet, brutaal en contrastrijk, doet iets bijzonders. In plaats van de piano ‘tegen’ de strijkers te laten spelen, maakt hij alle partijen gelijkwaardig. Niet toevallig plaatsen Lugansky en co dit kwartet naast Mozarts Pianokwartet in Es, waarin het ensemble eigenlijk een klein orkest is.