

Muziek is eigenlijk maar mysterieus: je kunt het niet zien, aanraken of ruiken. En het is vergankelijk, want als een stuk eenmaal geklonken heeft, is het ook weer weg. Maar toch, die trillingen in de lucht, zoals je muziek technisch zou kunnen beschrijven, kunnen zóveel met je doen. Ze nemen je mee in een andere wereld en kunnen je emotioneel raken. De plek bij uitstek om van klassieke muziek te genieten is de concertzaal. Hoogste tijd om eens nader kennis te maken met het wonder dat klassieke muziek heet, én met het klassieke concert.
Je hebt er vast wel een beeld bij, maar wat is klassieke muziek nu precies? Een definitie als ‘westerse kunstmuziek vanaf de late middeleeuwen’ komt in de buurt, maar wat valt er dan allemaal onder die kunstmuziek? De mogelijkheden zijn eindeloos en daarom is er binnen de klassieke muziek voor elk wat wils. We kunnen dan ook meteen afrekenen met wat vooroordelen over klassieke muziek. Een daarvan is dat het altijd heel zwaar en serieus is. Inderdaad, Bach, Sjostakovitsj, Mahler en vele anderen hebben een aantal lange werken met een flinke portie tragiek gecomponeerd. Laat je daardoor niet afschrikken: geen stuk is zo geliefd als de Matthäus-Passion van Bach en ook de symfonieën van Mahler trekken volle zalen. En wat is fijner dan een stuk als Adagio for Strings van Barber als je je even verdrietig voelt? Toch kunnen de doodsklokken en zware gezangen in de Dertiende symfonie van Sjostakovitsj een beetje veel van het goede zijn op een zonnige lentedag. Gelukkig is er ook volop lichtere amusementsmuziek. Mozart heeft heel wat stukken als muzikale omlijsting bij feestelijke gelegenheden geschreven, zoals Eine kleine Nachtmusik. Later schreven ook componisten als Gershwin zeker niet alleen maar zware kost.
(tekst gaat verder onder de foto's)
Dan is er ook nog het misverstand dat klassieke muziek elitair zou zijn. Dat was misschien ooit zo, maar de laatste jaren wordt er juist alles aan gedaan om klassieke muziek voor iedereen toegankelijk te maken. Zo vinden concerten niet alleen plaats in de mooiste concertzalen, maar ook in bijvoorbeeld de open lucht of in een café. Er zijn ook heel wat mengvormen met andere muziekstijlen, zoals een klassiek symfonieorkest dat tangomuziek van Piazzolla uitvoert. En laten we vooral de filmmuziek niet vergeten. In de eerste plaats zijn er speelfilms die rechtstreeks over klassieke muziek gaan, zoals Amadeus over Mozart en Impromptu over Chopin. Maar nog veel vaker gaat een film over iets anders en zorgt klassieke muziek voor de sfeer. Ken je nog die gruwelijke scene in Silence of the Lambs, waarin Hannibal Lecter plotseling zijn bewaker grijpt? Zeker weten dat dat niet zo schokkend zou zijn als je daarvoor niet, heel onschuldig, de Goldbergvariaties van Bach zou hebben gehoord. En wat zou Out of Africa zijn zonder het klarinetconcert van Mozart?
Ook buiten de filmindustrie kruipt klassieke muziek je leven binnen zonder dat je het in de gaten hebt. De wereldberoemde ringtone die vast ook uit jouw allereerste mobiele telefoon kwam, is een gitaarmelodie van de Spaanse componist Francisco Tárrega. En kom je als voetballiefhebber helemaal in de stemming als je de hymne van de Champions League hoort, dan heb je dat aan Händel te danken. Wordt er vervolgens een doelpunt gemaakt, dan zingen supporters massaal de Vijfde symfonie van Bruckner. Dat Seven Nation Army van The White Stripes het doorgeefluikje van deze symfonie is, neemt niet weg dat de melodie door Bruckner is bedacht.
(tekst gaat hieronder verder)
Kortom: klassieke muziek is nooit ver weg, maar het mooist is natuurlijk om er eens echt voor te gaan zitten en musici live aan het werk te zien. Je luistert namelijk ook een beetje met je ogen: een mooie concertzaal, musici en instrumenten op het podium, en de andere bezoekers die zich samen met jou laten onderdompelen in de muziek. Moet je alleen wel even weten welk soort muziek je precies wilt horen. Ga je voor een intiem concert door een strijkkwartet of wordt het de Grote Zaal met een heel symfonieorkest? Ook handig om te weten: welke stukken worden er precies gespeeld? Zie je de ‘grote componisten’ als Mozart, Beethoven en Brahms op het programma staan, dan heb je klassieke muziek te pakken zoals je je het waarschijnlijk ongeveer voorstelt en kun je met een gerust hart richting concertzaal. Een stuk specialistischer zijn oude muziek van bijvoorbeeld Palestrina of juist de nieuwere muziek van Schönberg en Boulez. Dat kan net zo goed mooi en bovendien spannend zijn, maar het is altijd goed van tevoren iets over het concert te lezen of alvast een klein stukje te beluisteren. Vrijwel alle stukken kun je gemakkelijk online vinden.
Zo, de keuze voor het concert is gemaakt en je staat op het punt om de deur uit te gaan. Maar wat doe je aan? De kleren die je op kantoor aan hebt, je mooiste pak of toch liever de joggingsbroek? Kan allemaal: er is geen één concertzaal in Nederland met een dresscode. Sommige mensen vinden het leuk zich mooi aan te kleden voor een concert, maar met dagelijkse kleren val je absoluut niet uit de toon.
Goed en wel in de zaal begint het concert en na dat hele mooie eerste deel van het Strijkkwartet van Debussy begin je enthousiast te klappen. Oeps! Niemand klapt mee en met wat pech kijkt iemand boos achterom. Geen paniek: applaus is gewoon een blijk van waardering en je doet er niemand kwaad mee, maar vaak wordt er tussen de delen van een meerdelig stuk niet geklapt. Zo blijft de aandacht bij de muziek, is het idee. Of dat echt zo is valt te bezien, want mensen kunnen eindelijk even hoesten of anders gaan zitten en vaak zie je ook dat de musici even ontspannen of hun bladzijde omslaan. Maar onder het motto ‘better safe than sorry’ kun je misschien beter wachten met klappen tot het stuk helemaal afgelopen is. Na het laatste stuk is er grote kans op een staande ovatie. In Nederland is dat vrijwel altijd het geval, en waarom ook niet? Een praktische reden om mee te doen is dat je niet veel meer ziet als degene voor je ineens gaat staan.
Dan verlaat je de zaal en ben je een ervaring rijker: een ervaring van even niets hoeven, aandacht voor het hier en nu, onbereikbaar zijn, gewoon genieten van alle mooie klanken die op je afkomen. Geconcentreerd luisteren of juist even rustig over iets anders nadenken. Of je hoofd juist even helemaal uitzetten na de drukte van de dag. Het kan allemaal perfect op klassieke klanken. In een concertzaal ben je even in een andere wereld. Een wereld waarin je jezelf trakteert op quality time, met alleen jezelf, met dierbaren, of andere mensen met wie je tijd wil doorbrengen. Waar oude herinneringen tot leven komen en nieuwe herinneringen ontstaan. Een wereld die je anders verlaat dan hoe je erin ging. Dát is het wonder van klassieke muziek, en dát is de magie van een klassiek concert.