Ontdek
  1. Zoeken
  2. Concerten
  3. Menu
  4. Inloggen
Quincy Jones 2017

Let the Good Times Roll – Quincy Jones herdacht

do 3 jul 2025 - 4 minuten leestijd - Tekst: Lonneke Tausch

De vorig jaar overleden producer, songwriter, arrangeur en orkestleider Quincy Jones was bij leven al een legende. Zo maakte hij onder anderen Frank Sinatra en Michael Jackson wereldberoemd.

Quincy Delight Jones (Chicago 1933 – Los Angeles 2024) werkte met wereldsterren als Shirley Horn en Aretha Franklin, tot en met Miles Davis, George Benson en Donna Summer (State of Independence). Zeven decennia lang drukte hij zijn stempel op vaak baanbrekende producties in jazz en pop, dan wel voor film en televisie.

Hoe divers zijn carrière was, is alleen al af te lezen aan de indrukwekkende opsomming van zijn zeven Oscar- en vier Golden Globe-nominaties, plus 28 Grammy Awards. In Nederland behaalde Jones bijna veertig Top 40-noteringen en is zijn muziek ook breed bekend bij sportliefhebbers – al kan het zomaar zijn dat die dat zelf niet weten: Jones’ instrumentale nummer Chump Change uit 1973 is al sinds 1974 de herkenningstune van het NPO Radio 1-programma Langs de Lijn.

Succesnummers

Als prille jazzmuzikant speelde Jones bij grootheden als Dinah Washington en Dizzy Gillespie, en in Parijs studeerde hij in 1957 bij Nadia Boulanger en Olivier Messiaen. Zijn trompet bleef steeds vaker in het foedraal; de focus verschoof naar het schrijven, arrangeren en produceren van muziek. De basis voor zijn internationale roem legde Jones met zijn iconische albums The Quintessence (1961) en Bigband Bossa Nova (1962): met funky grooves en exotische melodieën gaf hij de Amerikaanse bigbandmuziek een nieuwe kleur.

Zijn grootste successen als producer oogstte Jones in de jaren tachtig met drie albums van Michael Jackson

Bovendien was Jones al sinds zijn tienerjaren bevriend met zanger/pianist Ray Charles, en samen maakten ze hits als Let the Good Times Roll en I’ll Be Good to You (met Chaka Khan). Zijn grootste successen als producer oogstte Jones in de jaren tachtig met drie albums van Michael Jackson: Off the Wall, Thriller en Bad. In 1985 produceerde hij bovendien de benefietvoltreffer We Are the World, ter leniging van de hongersnood in Ethiopië, uitgebracht door USA for Africa en geschreven door Michael Jackson en Lionel Richie.

Concertgebouwdebuut

Voor zover is terug te vinden, zonder écht diepgravend archiefonderzoek, stond Quincy Jones twee keer op het podium van de Grote Zaal. De eerste keer, op 19 september 1953, was dat in een bijrol: pas twintig jaar oud speelde hij als trompettist naast onder anderen Clifford Brown en Art Farmer in de bigband van vibrafonist Lionel Hampton. Het Amerikaanse sterorkest verzorgde in Het Concertgebouw twee concerten op één avond, om zeven uur en om half tien.

Quincy Jones stond twee keer op het podium van de Grote Zaal

Edison 1964

Een decennium later was Jones’ ster al hoog gerezen, en in 1964 won hij in Nederland dan ook een Edison in de categorie ‘instrumentaal internationaal’. Onder de winnaars van de nog maar vijf jaar bestaande prijs waren ook ‘de tienerzanger’ Rob de Nijs, tango-orkestleider Malando, jazzsaxofonist Coleman Hawkins (voor zijn plaat Today and Now), zangeres Barbra Streisand (First Album), AVRO’s kinderkoor (Sprookjes van de Efteling) en chansonnier George Brassens.

Het juryrapport prees met name Jones’ arrangeerkunst: ‘In Quincy Jones haalt deze Edison-keuze de man naar voren, die verbluffend veelzijdig uit orkestformaties van zeer uiteenlopende samenstellingen steeds nieuwe klankkleuren weet te toveren zonder aan het eigene van de instrumenten of hun samenklank geweld te doen.’

Begin augustus 1964 meldden de kranten uitgebreid welke van de in totaal 217 ingezonden platen in de ‘lichte’ muziek met een Edison waren bekroond. De Volkskrant schreef over ‘de prijzenbus van de gezamenlijke platenhandel’ die ‘weer geopend’ was, en was verheugd dat het Grand Gala du Disque Populaire van 3 oktober in Het Concertgebouw (entreeprijs 25 gulden) ook op tv te zien zou zijn. Op 12 september wist het Algemeen Dagblad dat Quincy Jones tijdens die sterrenparade een eigen compositie zou dirigeren op het motief c-c-g-c: presentator Willem Duys was met het idee gekomen om bij de prijswinnaar een muziekstuk te bestellen op de initialen van de Commissie Collectieve Grammofoonplaten Campagne. Een jaar eerder had Jones trouwens bij de Edisonuitreiking in het Kurhaus in Scheveningen in het publiek gezeten, zo lezen we in 1964 in de pers: Sarah Vaughan had daar opgetreden, en Jones was als vriend met de zangeres meegereisd.

Latere Edisons

In 1978 en 1979 volgden nog twee Edisons voor Quincy Jones, allebei in de categorie ‘musical/film’. In beide jaren waren internationale winnaars niet bij de prijsuitreiking aanwezig, en de ceremonies in Wassenaar respectievelijk Den Haag gingen niet gepaard met concerten en tv-uitzendingen. In 1978 betrof het de muziek bij de serie Roots: ‘Quincy Jones – al 25 jaar geleden begonnen in de moderne jazz van toen – getuigt via dit album van een diep inzicht in de totale Amerikaanse muziekgeschiedenis, van de “wortels” tot de dag van vandaag’, aldus de jury.

In 1979 was de Edison voor de soundtrack van The Wiz; op de set van die musicalfilm ontmoette Jones Michael Jackson, wat de start zou blijken van een gouden samenwerking. Het is illustratief voor Jones’ loopbaan: steeds opnieuw wist hij artistieke allianties te smeden die hun weerklank ver buiten de studio zouden vinden.

Onderdeel van

Bekijk ook eens