Ontdek
  1. Zoeken
  2. Concerten
  3. Menu
  4. Inloggen
24 grosse fuge 2

Revisie onder druk: van Beethoven tot Joplin

do 21 aug 2025 - 4 minuten leestijd - Tekst: Bart de Graaf

Sommige componisten passen hun werk gemakkelijk aan naar aanleiding van kritische opmerkingen – of dat nu terecht is of niet. Anderen gaan onverstoorbaar hun eigen weg. Maar zelfs de eigengereide Beethoven zwichtte in ieder geval één keer.

Cuarteto Casals doet op 19 en 20 september waar het in Beethovens tijd nog te vroeg voor was. Althans, voor zo’n beetje iedereen behalve Ludwig van Beethoven zelf: het Dertiende strijkkwartet, op. 133 met de Grosse Fuge als finale. Beethoven woonde de première van zijn werk niet bij en verkoos een drankje in het café. Ondertussen speelde het Schuppanzigh Quartett het werk en na afloop spoedde tweede violist Karl Holz zich naar het café om verslag te doen. Hij vertelde Beethoven enthousiast dat het publiek na afloop twee delen opnieuw wilde horen. Maar niet het laatste deel. ‘Waarom de fuga niet? Alleen dat hadden ze nog eens moeten horen. Ezels!’

Ludwig van Beethoven

Ludwig van Beethoven, portret van C. Schloesser

Beethoven woonde de première van zijn werk niet bij en verkoos een drankje in het café

Tijd vooruit

Beethoven begreep het publiek niet en het publiek begreep Beethoven niet. Dat gebeurde wel vaker en normaal gesproken had Beethoven daar maling aan. Eigenzinnig en overtuigd van zijn kwaliteiten trok hij zijn eigen plan. Door de garantie op een levenslang salaris van enkele weldoeners, bedoeld om hem in Wenen te houden, kon Beethoven zich dat ook wel permitteren. Des te vreemder is het dat hij in het geval van de Grosse Fuge toch gevoelig leek voor de kritiek. Het werd een zelfstandig stuk en het Dertiende strijkkwartet kreeg een andere, lichtere finale. Waren het de harde woorden van zijn collega Louis Spohr, die de fuga een ‘onontcijferbare, ongecorrigeerde verschrikking’ noemde? Of besefte Beethoven dat hij met zijn dissonante en weinig vloeiende melodieën zijn tijd wel erg ver vooruit was?

Grosse Fuge

Grosse Fuge in het handschrift van Beethoven

De componist schreef zelf bij het stuk ‘tantôt libre, tantôt récherchée’, wat is op te vatten als ‘evenzeer vrij als gekunsteld’. Wat hij daar precies mee bedoelde, zullen we nooit weten, maar Beethoven was zich er blijkbaar van bewust dat dit een bijzonder werk was. Een werk waarvan hij wellicht besefte dat de normale sterveling er nog lang niet klaar voor was, maar waarvan hijzelf heilig overtuigd was.

Bruckner tegen de rest van de wereld

Daarmee is meteen een van de weinige overeenkomsten tussen Beethoven en Anton Bruckner genoemd. Ook Bruckner volhardde in zijn eigen muzikale ideeën, in zijn geval vanwege het rotsvaste vertrouwen in God: ‘Hij heeft mij dit talent gegeven en alleen aan Hem ben ik verantwoording schuldig.’ Maar dat betekent niet dat Bruckner, zoals Beethoven, vrijwel ongevoelig was voor de smaak van publiek en recensenten. Integendeel: de vernietigende kritieken op zijn lange symfonieën met complexe harmonieën en prominente aanwezigheid van de koperblazers raakten hem hard. Vooral de invloedrijke Weense criticus Eduard Hanslick spaarde Bruckner niet.

In zak en as

Een dieptepunt was de première van zijn Derde symfonie, waarbij de meeste mensen, inclusief leden van de Wiener Philharmoniker, de zaal nog voor het einde van het concert verlieten. Een groepje van zo’n 25 leerlingen en bewonderaars bleef over, onder wie Gustav Mahler. Bruckner zat in zak en as: ‘Laat me met rust, niemand wil mijn muziek horen.’

Dertien jaar later werd een nieuwe versie van de Derde symfonie veel gunstiger ontvangen, en uiteindelijk kreeg Bruckner wat hij verdiende: erkenning, een appartement en een pensioen. Het deed de onzekerheid nooit helemaal verdwijnen: ondanks het vertrouwen in God en in zichzelf zou Bruckner, binnen de grenzen van zijn eigen stijl, aan zijn stukken blijven sleutelen. Zo ontstonden niet minder dan zes versies van zijn Derde symfonie. In de eerste revisie wijzigde Bruckner vooral de textuur en in de twee herzieningen daarna heeft hij vooral veel weggelaten: eerst de nodige citaten van Wagners Tristan und Isolde en Die Walküre, en daarna secties uit het tweede en vierde deel.

Ondanks het vertrouwen in God en in zichzelf zou Bruckner aan zijn stukken blijven sleutelen

Ook van andere symfonieën verschenen meerdere versies. Hoewel Bruckner tot aan zijn dood aan de Negende symfonie heeft gewerkt, bleef dat stuk onvoltooid. Of beter gezegd: dubbel onvoltooid. Want al zou Bruckner de laatste maat op papier hebben gezet, dan was het misschien niet de enige versie van de symfonie gebleven.

Bruckner 9

Bruckners Negende symfonie in het handschrift van de componist

Stalin als criticus

De grootste criticus van Dmitri Sjostakovitsj was niemand minder dan Jozef Stalin. Kunst moest als propaganda voor de Sovjet-Unie dienen en moderne eigenzinnigheid werd niet op prijs gesteld. Dat ondervond Sjostakovitsj aan den lijve toen Stalin een uitvoering bijwoonde van zijn opera Lady Macbeth uit het district Mtsensk. De hoofdpersoon uit het verhaal, de mishandelde koopmansvrouw Katerina, wreekt zich door haar schoonvader en echtgenoot te vermoorden.

Overdreven optimistische finale

Een vrouw die als een heldin opkomt voor haar eigen rechten, gekoppeld aan dissonante muziek en een ondubbelzinnige seksscène, deed Sjostakovitsj in zwaar weer belanden. ‘Vulgair, pervers en krijsend’, zo omschreef de staatskrant Pravda de opera. Sjostakovitsj bakte snel zoete broodjes door zijn Vijfde symfonie een overdreven optimistische finale mee te geven. ‘Een creatief antwoord van een Sovjetkunstenaar op gerechtvaardigde kritiek’, verklaarde Sjostakovitsj. Een minder gruwelijke tweede versie van Lady Macbeth uit het district Mtsensk, na Stalins dood, kreeg als veelzeggende laatste zin: ‘Waarom is ons leven zo donker, zo verschrikkelijk? Worden mensen echt voor zo’n leven geboren?’

Racistische kritiek

Een andere, nóg minder artistiek geïnspireerde vorm van kritiek ondervond Scott Joplin. Zijn opera Treemonisha (1911), waarmee hij ‘de weg wilde openen voor Afro-Amerikaanse componisten in het serieuze muziektheater’, werd niet serieus genomen. De opera is bij Scotts leven nooit volledig uitgevoerd, maar de reacties op de mix van ragtime en klassiek, met een donkere, intellectuele vrouw in de hoofdrol, waren bij voorbaat al negatief. Joplin reduceerde het aandeel van de ragtime en zwakte de emancipatieboodschap in het libretto af. Toch kwam het pas 65 jaar nadat hij in armoede en frustratie was gestorven tot een volledige uitvoering. Enkele jaren later kreeg Joplin postuum de Pulitzerprijs.

William Grant-Still, een andere Afro-Amerikaanse componist, had soortgelijke ervaringen. Zijn opera Troubled Island (1939) over de Haïtiaanse Revolutie, werd wél uitgevoerd, zij het tien jaar na voltooiing. De hoofdrollen mochten bij de première echter alleen worden vertolkt door blanke zangers in blackface, met zwarte make-up. Uit angst voor de reacties van het publiek werd een revolutionaire scène herschreven. Dat lijkt achteraf onnodig te zijn geweest: hoewel de recensies negatief waren, reageerde het publiek juist enthousiast op de opera.

Onderdeel van

Bekijk ook eens