Het Verborgen Concertgebouw - Tuin
wo 22 mrt 2017 - 3 minuten leestijd - Tekst: Lonneke Tausch
Na de opening van Het Concertgebouw in 1888 stonden aanleg, beplanting en inrichting van de tuin nog op de wensenlijst van het Concertgebouwbestuur. Dit stuk grond van 80 x 55 meter achter het nieuwe Concertgebouw was immers ‘een geliefkoosd plekje om er ochtend- en avond-concerten bij te wonen’. Naar ontwerp van architect Dolf van Gendt verschenen er een muziektent, overdekte tribunes, een buitenbuffet, ‘retirades’ en twee portiershuisjes. Wie geen toegangskaartje kon betalen, genoot mee buiten de sierlijke hekken.
- Windvaantje
De vergulde lier op de gevelpunt aan de Van Baerlestraat is alom bekend als beeldmerk van Het Koninklijk Concertgebouw. Wat minder opvalt: ook op het dak van de Kleine Zaal glimt een verguld ornament. Het is een windwijzer die een soort ‘vrouwelijke Triton’ uitbeeldt. Triton – zoon van Poseidon en half mens, half vis – reed over het water met paarden en zeemonsters en blies op de kinkhoorn om de golven te benaderen. - Kantoren
In 1922 werd de Concertgebouwtuin aan de gemeente verkocht ten bate van woningbouw. In een deel van de oorspronkelijke woonhuizen aan de zuidkant van het perceel bevinden zich tegenwoordig de kantoren van Het Koninklijk Concertgebouw. - Kleine Zaal en Spiegelzaal
Achter de bomen, op de eerste verdieping, schemert de omloop van de Kleine Zaal door. Deze ‘glazen looproute’ aan de buitenkant om de zaal heen dateert van de grootscheepse renovatie van Het Concertgebouw in 1989. Recht onder de Kleine Zaal bevindt zich de Spiegelzaal, die oorspronkelijk een directe uitgang had naar de tuin. De deuren geven tegenwoordig toegang tot een aanbouw met onder meer faciliteiten voor cateraars.
Dit artikel verscheen eerder in Het Concertgebouw Magazine editie juli/augustus 2014